Koninklijke Hondenschool voor alle rassen Deinze Waak En Zie

Eerst willen we even stilstaan bij de aard en de instincten van de hond.
Honden zijn afstammelingen van de wolf, of het nu gaat om een Dobermann of een Teckeltje. Wolven leven in groepen. Het zijn sociaal levende dieren met een groot vermogen om te leren. In de groep is er slechts één baas. Hij geeft aan wanneer er gejaagd wordt en leert de jonge wolven wie de baas is. Aan zijn gezag wordt niet getornd ! Ieder lid van het roedel onderwerpt zich hieraan. Deze wijze van omgaan is levensnoodzakelijk voor het voortbestaan van de soort.
Bij de huishond neemt zijn baasje de leiderspositie in en staat de rest van de familie altijd hoger dan de hond. Deze moet leren gehoorzamen aan alle leden van het gezin, die zich op hun beurt consequent houden aan de gemaakte afspraken. Zij zullen altijd dezelfde commando’s en gebaren gebruiken als de baas ! Honden die de dingen leren op een manier die beantwoordt aan hun instincten, zullen gelukkige dieren zijn die geen belasting vormen voor het gezin.

Wat we moeten weten over onze 'pup' en zijn opvoeding

Fase 1: de vegetatieve fase (tot 3 weken)

Fase 2: de inprentingfase (4de week tot ca. de 12de week)

Fase 3: de socialisatiefase ( 8e tot ca 12de week)

Fase 4: de rangordefase (12de tot ca 16de week)

Na zijn geboorte doorloopt de pup vier belangrijke ontwikkelingsfasen :

Fase 1: de vegetatieve fase (tot 3 weken):

Fase 2: de inprentingfase (4de week tot ca. de 12de week):

Fase 3: de socialisatiefase ( 8e tot ca.12de week):

Fase 4: de rangordefase (12de tot ca 16de week):

In deze periode eten, slapen en groeien de jongen alleen maar. Hier al geldt dat de meest dominante jongen zich sneller en meer kunnen voeden dan hun meer onderdanige broertjes en zusjes.

De pups maken kennis met hun leefomgeving: het huisgezin waarin ze geboren werden en alle geluidsindrukken die erbij horen. In deze periode kent de pup nog geen gevaar.
Alle indrukken die op hem afkomen beschouwt hij als normaal behorend bij zijn hondenleven. Hij zal ze ook zijn ganse leven nooit meer vergeten ! Het is dus heel belangrijk om deze periode niet onbenut te laten.

In deze fase leert de pup razendsnel en onthoudt hij alles wat hij beleeft. Alles wat de pup nu leert is bepalend voor de toekomst. U zult dus nu gebruik moeten maken van alle mogelijkheden van deze zeer gevoelige periode. Hij zal nu leren hoe de wereld in elkaar zit, welke ervaringen gevaarlijk zijn en welke niet. Alleen u bent degene die hem dit door uw gedrag duidelijk zal maken.
Geeft hem de gelegenheid kennis te maken met (zelf goed gesocialiseerde) soortgenoten, waarbij u hen vrij laat in hun bewegingen. In dit spel zal uw pup leren hoe hij hen respect moet betuigen en vooral hun lichaamstaal correct leren interpreteren. Ook in zijn spel met u en uw gezinsleden moet hij zich nu leren gedragen. Net zoals zijn moeder, indien nodig hardhandig, hem duidelijk maakt dat te hard bijten niet kan. U kan consequent het spel staken wanneer het te hard wordt.
Als bepaalde indrukken hem onnodig angst inboezemen (zoals een voorbijrijdende auto, spelende kinderen, een luchtballon …) is belangrijk dat je hem NIET gaat troosten. Zo bevestig je slechts zijn angst. Eens hij echter weer tot rust gekomen is mag hij wel weer lekker aangehaald worden. Laat hem regelmatig kennis maken met deze indrukken, ga vooral zelf niet verstarren, maar blijf gewoon rustig en zelfverzekerd uw gang gaan. De pup zal aan jouw gedrag zien dat er eigenlijk geen gevaar is en zijn angst overwinnen.


Onze pups leren zich nu binnen het huisgezin gedragen. In het wild leren wolvenwelpjes nu onvoorwaardelijk te gehoorzamen aan de 'gulden - roedel -regels’:

· In het roedel bestaat geen democratie.

· De leider verzekert de veiligheid van het roedel. Hij brengt het roedel niet onnodig in gevaar, brengt hen naar het beste wild. Hij straalt rust en zelfverzekerdheid uit.

· Het roedel gehoorzaamt onvoorwaardelijk aan zijn bevelen.

· Eens de leider iets verboden heeft, blijft hij dit voor altijd verbieden, ongeacht de situatie, zijn humeur, het weer,...

· De leider gaat altijd voor in nauwe doorgangen, de ondergeschikten gaan altijd voor hem uit de weg.

· De leider eet altijd eerst, de onderste in rang eet altijd het laatst.

· Als de leider thuiskomt, wordt hij begroet, zelf negeert hij zijn ondergeschikten bij de eerste begroeting.

· De leider roept zijn ondergeschikten altijd bij hem, hij gaat niet naar hen toe.

· De leider wordt verwend door zijn ondergeschikten, niet omgekeerd.

· De leider heeft recht op het beste, zachtste, hoogst gelegen slaapplekje. De ondergeschikten horen daar niet te liggen.

Goed aangepaste welpjes aanvaarden hun plaats in de rangorde en verstoren zo de levensnoodzakelijke rust binnen het roedel niet. Ook pups dienen hun plaats te kennen in hun gezin en deze is altijd onderaan de ladder. Het baasje dient de guldenroederegels onvoorwaardelijk toe te passen. Probleemgedrag als bijten, grommen naar gezinsleden, baknijd,... zijn vaak het gevolg van rangordeverwarring bij uw hond.